Duitsland: de beleggers blijven kalm, maar waarom?
Het politieke risico is teruggekeerd in Europa. Met de verkiezingsoverwinning van Macron heeft men iets te vlug gedacht dat het verdwenen was, dat men een bladzijde had omgedraaid. Maar met de Catalaanse crisis, de Brexit-onderhandelingen die vastlopen en de mislukking van Merkel om een regering te vormen, doet het politieke risico opnieuw zijn intrede in Europa. Op het ogenblik van schrijven is het op de Duitse beurs nochtans niet erg onrustig. Er zijn tal van redenen die deze bijna Britse onverstoorbaarheid verklaren. In de eerste plaats heeft de beurs een signaal willen geven dat de economie de overhand heeft op de politiek.
De economen rekenen immers op een groei tussen 2% en 2,4% voor de Duitse economie. En aangezien de rente niet stijgt, de inflatie onder controle blijft, de groei op het appel is en het handelsoverschot van Duitsland enorm is, beschikt de regering Merkel over een marge om stand te houden gedurende verschillende weken of maanden van onderhandeling. De Europese partners van Duitsland hebben de beleggers er eveneens aan herinnerd dat België gedurende 18 maanden zonder regering gebleven is en dat de Nederlandse regering 7 maanden nodig had om een compromis te vinden tussen partijen. Bovendien wisten de beleggers des te gemakkelijker hun kalmte te bewaren, aangezien de Europese aandelen in november al een kleine correctie ondergaan hebben. De markten zouden wellicht nerveuzer zijn als Merkel haar vertrek zou aankondigen, maar zelfs in dit negatieve scenario blijven de beleggers gerustgesteld door de aanwezigheid van de Europese Centrale Bank (ECB) die zou kunnen optreden om elke paniekbeweging in de kiem te smoren. Sommige beleggers denken zelfs dat de politieke situatie in Duitsland de ECB ertoe zal aanzetten om een soepeler monetair beleid te behouden dan voorzien. Dit is een manier om het glas halfvol te zien.